Kamerverhuur

Een kamer is een onzelfstandige woonruimte. Bewoners van zo’n woonruimte delen altijd één of meer woonvoorzieningen, zoals douche/badruimte, toilet en/of keuken. Ze hebben vaak een gemeenschappelijke ingang en in principe geen eigen huisnummer.

Wanneer een woonruimte over alle woonvoorzieningen beschikt is nooit sprake van een kamer. Het is dan een appartement, studio of woning.

Een kamer is bedoeld voor bewoning door maximaal één persoon.

Het is in strijd met het omgevingsplan om een woning te gebruiken voor kamerbewoning. Wil je dit graag, dan heb je een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het omgevingsplan.

Voor het aanvragen van deze vergunning hoef je geen eigenaar te zijn van de woning waarvoor je de aanvraag doet.

Ja, er zijn enkele uitzonderingen.

• Als in een woning maximaal twee personen wonen die geen gezamenlijk huishouden voeren, heb je geen vergunning nodig. Dit past in het omgevingsplan.
• Als je in je eigen woning (waarin je (samen met je gezin) al tenminste één jaar woont) aan één persoon (met maximaal 2 kinderen) één of meer kamers verhuurt, heb je daar geen vergunning voor nodig. Dit beschouwen we als inwoning (hospitaverhuur) en past in het omgevingsplan. Hetzelfde geldt als je een woning huurt van een woningcorporatie. Neem hierover van tevoren wel contact op met je verhuurder (de woningcorporatie).

Een aantal voorbeelden ter verduidelijking
 

1. Twee bevriende studenten willen in één huis gaan wonen. Ze hebben ieder één of meer eigen kamers, maar ze delen de douche/badruimte, de keuken, het toilet en/of een gezamenlijke huiskamer.

Dit past in het omgevingsplan. Er is geen omgevingsvergunning nodig voor gebruik in afwijking van het omgevingsplan.

N.B. Als twee personen die geen (gezins)relatie hebben, in één huis willen wonen en daarbij ieder over alle voorzieningen (toilet, douche/badruimte, keuken) beschikken past dit niet in het omgevingsplan. Dan is namelijk sprake van woningsplitsing. Hiervoor is wel een omgevingsvergunning nodig. Kijk voor meer informatie op de pagina Woningsplitsing.

2. Een stel wil samen met één vriend een huis gaan delen. De twee huishoudens delen ook bepaalde voorzieningen, zoals douche/badruimte, keuken en toilet.

Hiervoor is geen vergunning nodig als het stel al minstens één jaar eigenaar is van de woning of deze woning al minstens één jaar huurt van een woningcorporatie op het moment dat het de vriend ‘op kamers neemt’. Dan is er sprake van inwoning (hospitaverhuur) die past in het omgevingsplan.  

3. Iemand woont alleen in een huis en wil één persoon op kamers nemen: de woning wordt dan bewoond door twee huishoudens met in totaal 2 personen.

Dit is in overeenstemming met het omgevingsplan. Er is geen omgevingsvergunning nodig voor gebruik in afwijking van het omgevingsplan. 

4. Een gezin, bestaande uit 2 of meer personen, woont in een huis en wil iemand op kamers nemen.

Dit past in het omgevingsplan als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, waardoor sprake is van inwoning (hospitaverhuur):

• Het gezin woont al minstens één jaar in de woning en tenminste één van de gezinsleden is ook al tenminste één jaar eigenaar van de woning of huurt deze woning al tenminste één jaar van een woningcorporatie, en
• Het gezin neemt maximaal één persoon (en eventueel maximaal 2 kinderen van deze persoon) op kamers

5. Een woning wordt in gebruik genomen door 6 studenten of expats. Er is dan sprake van bewoning door 6 huishoudens ieder bestaand uit één persoon.

Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig voor gebruik in afwijking met het omgevingsplan. Dit is niet anders als de bewoners samen een woongroep vormen en/of de huur of andere huishoudelijke kosten gezamenlijk (van één rekening) betalen, of wanneer één van hen de eigenaar of hoofdhuurder van het pand is en de andere bewoners van deze persoon een kamer huren.

Op-slot-gebieden

In sommige delen van Eindhoven staat de leefbaarheid al zodanig onder druk dat we deze niet willen laten verslechteren. Daarom wordt in de volgende buurten/wijken geen vergunning verleend voor het wijzigen van een woning naar kamerbewoning:

• Limbeek-Noord
• Limbeek-Zuid
• Bennekel-Oost
• Doornakkers-Oost
• Doornakkers-West
• Woensel-West 
• Hemelrijken
• Gildebuurt

30 meter-regel

Ter bescherming van de leefbaarheid wordt ook geen vergunning verleend om een woning te wijzigen naar kamerbewoning als die woning (deels) valt in, of wordt geraakt door, een cirkel met een straal van 30 meter gemeten vanuit het middelpunt van een legaal kamersgewijs bewoond pand en/of een legaal gesplitste woning.

De 30 meter-regel geldt in de hele stad, met uitzondering van het centrumgebied.

Meer informatie vind je in de beleidsregels kamerbewoning en woningsplitsing.

Is er geen sprake van een van de hiervoor aangegeven weigeringsgronden, dan wordt gekeken naar de leefbaarheid in de omgeving van de woning die wordt gewijzigd naar kamerbewoning. Is er sprake van een ‘ongeoorloofde inbreuk op het geordende woon- en leefmilieu’, dan zal de vergunning worden geweigerd. Een advies over de leefbaarheid wordt uitgebracht door de leefbaarheidscommissie.

Verder zal moeten worden voldaan aan de woonkwaliteitseisen zoals opgenomen in artikel 3, lid 4 onder d van de ‘Beleidsregels kamerverhuur en woningsplitsing 2021 van de gemeente Eindhoven’. Hierbij gaat het om de afmetingen van de kamers, daglichttoetreding, privacy van aangrenzende percelen en geluidbeperkende maatregelen.

Om een vergunning te krijgen moet ook worden voldaan aan de parkeernormen.

Je kunt zelf berekenen of sprake is van extra parkeerbehoefte ten opzichte van de bestaande situatie. Dit doe je met de rekentool parkeernormen. Als je een conceptaanvraag indient of een vergunning aanvraagt voeg je de uitkomst van de rekentool bij de stukken. Daarmee voorkom je dat de afhandeling van je aanvraag vertraging oploopt.

Als de woning met een vergunning wordt gewijzigd naar kamerbewoning zal het adres worden toegevoegd aan de adressenlijst uitsluiting parkeervergunningen (AUP-lijst, voorheen POET-lijst). Voor adressen op deze lijst binnen betaald parkeergebieden kan geen (nieuwe) parkeervergunning worden aangevraagd en bestaat geen recht op een bezoekersregeling. Bestaande parkeervergunningen worden niet meer verlengd.

Voor een aanvraag heb je nodig:

• een situatietekening met minimaal 2 straten (bijvoorbeeld een kadastraal kaartje);
• gegevens van de bestaande legale situatie: plattegrondtekeningen met functieaanduidingen van de verschillende ruimtes (zoals: woonkamer, slaapkamer, keuken, badkamer/douche, toilet, berging);
• gegevens van de nieuwe situatie: plattegrondtekeningen met functieaanduidingen van de verschillende ruimtes (zoals: kamer 1, kamer 2 enz., gezamenlijke woonkamer, keuken, badkamer/douche, toilet, berging);
• een tekening van parkeermogelijkheden op eigen terrein, als die aanwezig zijn;
• het resultaat van de rekentool parkeernormen;
• een machtiging als de aanvraag wordt ingediend door een gemachtigde.

Zorg ervoor dat alle tekeningen op schaal zijn, of zijn voorzien van maten. Zo voorkom je dat je aanvraag daardoor vertraging oploopt.

Het aanvragen van een vergunning kost altijd geld, ook als je de vergunning niet krijgt of als je de aanvraag intrekt.

Trek je je aanvraag in voordat we een beslissing hebben genomen? Dan kun je een gedeelte terugvragen van de kosten (leges) die je hebt betaald. Hoeveel je terugkrijgt hangt af van het moment waarop je je aanvraag intrekt. Zie voor meer informatie hierover artikel 2.56 van de Legesverordening 2024.  

Meestal krijg je binnen 8 weken een beslissing. Soms hebben we meer tijd nodig. In dat geval verlengen we de beslisperiode een keer met 6 weken.

Is je aanvraag niet compleet en vragen we je aanvullende gegevens op te sturen? Dan wordt de beslisperiode opgeschort.

Doe je jouw aanvraag digitaal? Dan krijg je de vergunning ook digitaal toegestuurd. Doe je jouw aanvraag per post? In dat geval krijg je de vergunning ook per post.

Heb je geen vergunning gekregen en ben je het daar niet mee eens? Dan kun je bezwaar maken.